Skip to main content

De Atta-grot

Welkom in Duitslands onderaardse wonderwereld!

Het begeleide bezoek door de gemakkelijk begaanbare grot duurt ongeveer 40 minuten. Daarbij bedraagt de temperatuur in de Atta-grot constant 9°C. Dagelijks. 365 per jaar. Zowel in de zomer als in de winter. De totale lengte van de Atta-grot bedraagt 6.670 meter, waarvan ongeveer 1.800 meter voor het publiek toegankelijk zijn.

Speologen ontdekten in 1986 een ander, tot dan volledig onbekend deel van de Atta-grot: een 5.000 meter lang labyrint van de meest bizarre druipsteenvormen. Helaas is de toegang tot het nieuwe deel voor het publiek niet toegelaten. Dit zou te gevaarlijk zijn.

Plan een bezoek

De oorsprong

Het geologische ontstaan van de Atta-grot

Druipsteengrotten vindt men uitsluitend in kalkbergen (karts) die zich in de koraalrifzones van de Devonische zee (Devon = 3de deel van de oudheid van de geschiedenis van de aarde) gevormd hebben.

De belangrijkste in water oplosbare stenen zijn kalk en karst. Door rein water worden zij weliswaar niet aangevallen, maar regenwater is niet chemisch rein. Uit de lucht en uit de met planten bedekte bodem neemt het regenwater kooldioxide (CO2) op. De verbinding werkt op de stenen zoals een zuur en holt het kalgesteente uit. Een netwerk van wateraders ontstaat, die steeds grotere holle ruimtes uitspoelt. Tengevolge van de aantrekkingskracht van de aarde zoekt het water zijn weg steeds dieper in de aarde. De bovenste delen van het systeem worden vrij. Grotten zijn ontstaan.
 

Wie een druipsteengrot betreedt wordt door een groot aantal steenvormingen (sinter) verrast. Sintervorming is het omgekeerde procédé van de grotvorming. Water en CO2 nemen kleine bestanddelen uit het rotsmassief en transporteren de kalk in de diepte. In de ondergrondse holle ruimtes geeft het water CO2 vrij en kan daarna de kalk niet meer houden. De kalk wordt langs de weg waarover het water loopt afgegeven.

Wanneer de afzetting onder water gebeurt ontstaan mooie kristallen. Druipt het water direct in een luchtruimte dan ontstaan zuilen in (stalagmiet) of hangende (stalactiet) vorm. Wordt het kalk langs de weg aan het plafond afgescheiden, dan vormen zich sintervlaggen (gordijnen). De groei van deze vormen wordt op ongeveer 1 mm in 10 jaar geschat.

De ontdekking van de Atta-grot

De Atta-grot werd per toeval ontdekt. En wat voor een toeval!

Steenbrekers van de Biggetaler Kalkwerke konden op 19 juli 1907 bij ontploffingswerken hun ogen niet geloven: toen de reusachtige stofwolk van de explosie verdwenen was keken zij in een vrijgelegde en door zonnig daglicht verlichte rotsspleet. Zij kropen naar binnen en wat zij zagen sloeg hen met stomheid. De arbeiders keken in een labyrint met de mooiste druipsteenvormen - artistiek gegroeide stalagmieten en stalactieten - stenen gordijnen, die heel mooi van het rotsplafond afhingen, alsof een decorateur een meesterwerk gemaakt had. De steenbrekers van Attendorn hadden – zonder het te weten – de ingang tot een van de grootste natuurwonderen van deze aarde vrijgemaakt: de ingang tot de legendarische Atta-grot. Genoemd naar de vorstin Atta, die haar naam aan de Hanzestad Attendorn gaf.